Windows Autopilot pre-inrichting
Met Windows Autopilot kunnen organisaties eenvoudig nieuwe apparaten inrichten met behulp van de vooraf geïnstalleerde OEM-installatiekopieën en stuurprogramma's. Met deze functionaliteit kunnen eindgebruikers hun apparaten bedrijfsklaar maken met behulp van een eenvoudig proces.
Windows Autopilot biedt ook een pre-inrichtingsservice, waarmee partners zoals NTS Computers Technology BV vooraf een volledig geconfigureerde en bedrijfsklare Windows-pc kunnen inrichten.
Vanuit het perspectief van de eindgebruiker is de ervaring van Windows Autopilot ongewijzigd; het is enkel sneller om hun apparaat naar een volledig ingerichte status te krijgen.
Met Windows Autopilot voor vooraf ingerichte implementatie wordt het inrichtingsproces gesplitst. De tijdrovende gedeelten worden uitgevoerd door partners zoals NTS. De eindgebruiker voltooit eenvoudig een paar benodigde instellingen en beleidsregels en kan vervolgens aan de slag met het gebruik van het apparaat.
Intune
NTS Computers maakt deel uit van het CSP-programma (Cloud Solution Partners) van Microsoft. Dit betekent dat NTS nieuwe apparaten kan registreren voor de klant.
CSP-partners moeten toestemming krijgen om apparaten voor een organisatie te registreren:
Partnercentrum heeft geen toegang tot profielen die zijn gemaakt in Intune of Microsoft Store voor Bedrijven. Het heeft alleen toegang tot de Autopilot-profielen die zijn gemaakt via partnercentrum.
Vooraf ingerichte implementaties gebruiken Microsoft Intune in Windows 10 en hoger. Dergelijke implementaties zijn gebaseerd op bestaande gebruikersgestuurde Windows Autopilot-scenario's voor apparaten die zijn gekoppeld aan Azure Active Directory en hybride Azure Active Directory.
Omdat NTS het pre-inrichtingsproces uitvoert, is hiervoor geen toegang nodig tot de on-premises domeininfrastructuur van een eindgebruiker, omdat het opnieuw opstarten van het apparaat wordt uitgesteld. Het apparaat wordt opnieuw verzegeld voordat verbinding met een domeincontroller wordt verwacht en er wordt contact opgenomen met het domeinnetwerk wanneer het apparaat on-premises door de eindgebruiker wordt uitgepakt.
Vereisten: